Luisterversie
Volgt nog
Toelichting
De Bijbeltekst zet in met: “Ik heb lief…” De naam van God wordt hier niet genoemd. 1773 zet in met “God heb ik lief”. Het liedboek heeft dit overgenomen. De NPB (nieuwe psalmberijming) zet in met: “Ik hou van God…” Voor mij was de uitdaging om zo dicht mogelijk bij de overgeleverde tekst te blijven. Na heel wat denkwerk leverde dit als aanhef op: “Min leawn is leefde… (Mijn leven is liefde…).
Kostbaar is in de ogen van de HEERE de dood van Zijn gunstelingen. Dit moet zo verstaan worden dat de dood van Zijn gunstelingen Hem aan het hart gaat, het “snit Um duur de zeele” (het snijdt Hem door de ziel). Ik las ergens dat deze tekst weleens verkeerd verstaan wordt in die zin dat HEERE een welbehagen zou hebben in de dood van Zijn gunstelingen.
Tenslotte de zin: ik ben (…) de zoon van uw dienares (dienstmaagd). Hier brak ik eerlijk gezegd mijn hoofd over en kwam uiteindelijk op de vertaling “ik zinn’ Oew moodrskeend” (ik ben Uw moederskind; en dan in de positieve betekenis van het woord). Naderhand zag ik dat de NPB dit heeft berijmd als: “Net als mijn moeder wil ik bij u horen” en dit komt, met andere bewoordingen, heel dicht bij de bedoeling van de Rijssense berijming.