Psalm 2

1.
Woerumme roast de hàejn met groot geweald
en wort tr in de weald zoo drok ehaejstert
duur koonengn dee zikzelf nen god vebeelt,
mer met ùer taane teeng de HEARE knaejs – tert?
Zee skuurt zik lùs en spràkt met eene taale:
Vot met de HEARE en t beloawde Zoad.
Mer God zut oet de hooge heemel daale,
zal spottn en lachen umm ùer gruetse proat.

2.
De HEARE hef Zinn helleghaejd doon braann
op goddeloozen; wee gaf Um de eare?
Nen groote doodsskrik vùl op alle laann,
want Sions Koonek is toch oonzen HEA – RE!
Hee hef Zinn enn’ge Zùnne an eweezen;
op disse weald zal Hee Zinn wonn’ge bouwn.
De volken zùet Zinn iezren septer vreezen;
Hee zal z’ as pùtte kàts an skùeter houwn.

3.
Non koonengn, rechters, weas dan wal zoo klook
en loat oe duur de HEARE oonderwiezen.
Buug toch vuur God en fidder vuur Zinn vlook.
Geewt Um de ear’, Hee is in alns te prie – zen
en kust de Zùnne. Woart oe vuur de skaande
dà-j op oewn dwoazen weg ten oonder goat
in Zinnen glood – mer geewt Um oewe haane,
dan zal Hee oe bewoarn vuur al et kwoad.

Luisterversie

Volgt nog…

Toelichting

Psalm 2 behoort, net als o.a. psalm 3 en psalm 42, tot de psalmen die ik in de begintijd berijmde. Ik had toen nog meer de gedachte om “samenvattend” te berijmen, wat meer bloemlezend zou je ook kunnen zeggen. Naderhand ben ik steeds dichter bij de tekst zelf gebleven en “completer” gaan berijmen.

De tekst zelf is behoorlijk heftig, met name ook de laatste regel van het tweede couplet: “Hee zal z’ as pùtte kàts an skùetr houwn”. In de Twentse Bijbel deinst Anne van der Meiden er niet voor terug om te spreken over ‘an gruzelemeanten sloan”. De HSV en Statenvertaling zeggen beide: “aan stukken slaan”. De Naardense Bijbel houdt het op het iets minder heftige “breken”.

Het woord ‘skùetr” betekent “scherven”, maar dan wel scherven  van aardewerk. Het woord “skoarvn” bestaat ook in het dialect, maar dan betreft het een meer algemene uitdrukking. “Skùetrgood” is “aardewerk”, maar ik kwam ook de uitdrukking “oardn pùtte” tegen.

De psalm als zodanig voelt zwaar om te zingen, zeker op hele noten. Hij was niet gemakkelijk om te berijmen; zowel de inhoud als de melodie kenmerken zich door een zekere weerbarstigheid… Ik heb de tekst meerdere keren aangepast.

De melodie roept associaties op met een leger dat komt aanmarcheren, een dreiging achter de horizon. Het gaat in deze psalm over heftige dingen zoals het woeden van de heidenen, maar ook over de toorn van God die de weerspannigen treft. Maar toch, uiteindelijk, de oproep om “de Zùnne te kussen”.