Luisterversie
Volgt nog
Toelichting
De melodie van psalm 80 is gebaseerd op een oud Gregoriaans gezang uit de Middeleeuwen. Misschien koos ik deze, wat minder bekende, psalm vanwege de melancholieke ondertoon. Van begin tot eind is het een roepen tot God en in het midden van ieder couplet (regel 3 en 4) hoor je letterlijk hoe de dichter (Asaf) naar “omhoog” roept. Ook valt op dat het geloof van Asaf geworteld is in werkelijke gebeurtenissen die plaatsvonden in de geschiedenis van Israël. Geloof is hier geen abstract gebeuren dat in de ziel plaatsvindt, maar worsteling te midden van een levende realiteit, vanuit een diepe verbondenheid aan God, gefocust op de grote daden van God in de geschiedenis. In veel meer psalmen kom je dat tegen.
Ook valt op het beeld van de wijnstok, dat je op meerdere plaatsen in de Bijbel tegenkomt. Israël wordt ook uitgebeeld als de zoon, van wie God veel verwachtingen had, de man, mensenzoon (“et Keend”), die aan Gods rechterhand staat. Israël als zoon heeft gefaald in de taak die God hem opgelegd had; de Zoon van David daarentegen, de ware Zoon van Israël, heeft alles volbracht. De HSV gebruikt bij de aanduidingen “Zoon” en ”Mensenzoon” hoofdletters, hoewel het hier gaat over Israël. Maar psalmen hebben ook een Messiaanse duiding; achter de zoon zien wij de Zoon. Daarom heb ik in vers 11 “zùnne” met kleine letter geschreven, maar in vers 10 de andere benamingen (“Keend”, “Manskeal”, “Zùnne”) met hoofdletters.
“et Keend Dàt an oew rechterhaane steet” herinnert ons aan Benjamin (vers 2) wiens naam “Zoon van mijn rechterhand” betekent.
Ums (ook wel geschreven als jums) (vers 1) betekent immers
veskel (vers 4; nadruk op laatste lettergreep) betekent ruzie
oetropm (vers 8) betekent uitrukken