Luisterversie
Volgt nog
Toelichting
Zoals bij iedere taal spreek je woorden en zinnen in het Rijssens vaak anders uit dan wat er exact staat. De regel “noar Hoes opan” (couplet 3) klinkt in het Rijssens dialect ongeveer als: ”…noahoeszobbà…”. Deze samenvloeiing van woorden, in combinatie met de zachte “p” die meer klinkt als een “b”, zorgt er voor dat deze zin zingbaarder wordt.
De regel “Zonn vuegelken was ik zoo gearne” (cuplet 2) is niet te vinden in de onberijmde psalm, maar kwam als vanzelf bij mij aan de deur kloppen. Een enkele keer, bij uitzondering, geef ik eraan toe iets van mijzelf te laten zien in de berijming, wanneer het passend is binnen de context en eigenlijk als vanzelf daaruit voortkomt.
In couplet 3 maak ik gebruik van enige dichterlijke vrijheid in de regels: “ Goat zee duur deepten, neet te telln; God maakt ùer troann tot waterwelln” (Gaan zij door diepten, niet te tellen, (dan) maakt God hun tranen tot waterbronnen”.